Vandaag ben ik later dan gebruikelijk naar de Pauwekroon gekomen. De zon schijnt volop, het is een heerlijke nazomerdag. Ik ben al een hele poos snipverkouden en grieperig. Ik barst zogezegd niet bepaald van de energie. Aan de ene kant voel ik de behoefte om vandaag rustig aan te doen, aan de andere kant weet ik dat het de lila energie is die het tempo voor mij zou kunnen bepalen.
Maar wat is dat tempo eigenlijk? Ik besluit in ieder geval maar om me gewoon te gaan melden bij de magazijngoti in plaats van even rond te wandelen of te fietsen of ergens in het zonnetje te gaan zitten.
De magazijngoti laat weten dat ik kan beginnen met het onderhoud van de wegen en paden, bij de Dennenlaan. Daar is Andrea ook al bezig. De laatste keer dat ik onderhoud deed aan de Dennenlaan, maakte ik heel duidelijk mee dat ik pas blij ben als ik m`n eigen gang kan gaan. Ik word ronduit ongelukkig als anderen mij vertellen wat ik moet doen, zeker als ik er m`n eigen (en betere) ideeën over heb. Deze keer vertelt Andrea me dat het absoluut niet de bedoeling is om de hele breedte van het pad te schonen van onkruid. Een paadje vrij maken is voldoende. Ik wil dat eigenlijk niet. Ik wil wél de hele breedte schonen. Waarom ook zouden we dat niet doen? Zo`n lang stuk is het niet. Maar Andrea heeft het erover dat het zo is afgesproken en dat we het al bij heel veel paden zo aan het doen zijn omdat het anders niet meer te behapstukken is.
Ik laat nog even in het midden wat ik ga doen. Als Andrea zo een andere gota gaat doen kan ik alsnog m`n vrije gang gaan als ik dat wil. Ik kijk naar de Dennenlaan. Kan ik het misschien toch eens zijn met wat Andrea zegt in relatie tot het stuk dat voor me ligt? Hoe sterk móét van mij het hele pad schoon? Ik laat het zo allemaal passeren. Voor ik er erg in heb ben ik dan ineens met de schoffel bezig om de linkerkant van de Dennenlaan van onkruid te ontdoen. De rechterkant laat ik ongemoeid. Alleen de hoge pollen gras verwijder ik daar. Het valt me op dat ik me hierin vrij gemakkelijk kan vinden. Feitelijk doe ik wat Andrea me opdroeg en doe ik niet m`n eigen zin. En dat terwijl ze inmiddels niet meer hier is en een andere gota doet! Toch voelt het prima zo.
De zon zorgt voor een aangename temperatuur en een helder licht in het bos. Soms ga ik even zitten in de berm. M`n conditie is niet best en ik zweet meer dan normaal. Ik moet mezelf dwingen even te zitten, want andere krachten in mij eisen dat ik doorga. Ik merk die spanning wel op, helemaal als ik dan even zit. Ik voel heel sterk dat ik dit niet mag. Zou iemand me zien nu ik hier zit te ‘niksen’?
Even ontspannen, genieten van dit prachtig mooie bos en een concentratie oefening doen, het is gewoon uit den boze. Het is zo sterk dat ik inderdaad maar twee hele korte pauzes hou. Het is duidelijk dat ik leef onder een heel streng regime. Er is niemand in mijn buurt. Niemand dwingt me om door te werken. Dus het kan niet anders dan dat het mijn eigen regime is waaronder ik gebukt ga. Hier blijkt duidelijk: ik leef als mens nog niet vrij. Nee, ik ben een speelbal van allerlei werkingen van mijn lichaam die zo sterk zijn dat ik er ‘gewoon’ aan gehoorzaam.
Het is een ontnuchterende gewaarwording. Maar ik vind het toch leuk dat dit zo aan mij getoond wordt hier op de Dennenlaan.