Onder het eten spreek ik met Corlinda over haast. Ze vraagt me of ik weleens haast heb. Ik moet even nadenken voordat ik haar antwoord. Ik zeg na enig moment: „Nee, eigenlijk niet. De rust zelve ben ik nu ook niet, maar haast, nee, dat ken ik niet zo bij mezelf.” Na de lunch loop ik naar Heliodoor, het onderzoekscentrum van Elektoor, waar ook het archief en de bibliotheek gevestigd zijn.
In het onderzoek naar en de concentratie op de lila energie houd ik me onder andere bezig met het op orde houden van archiefstukken en ik houd het boekenbestand bij van de bibliotheek. Nu ga ik eens kijken of daar iets te doen is.
Meestal is het zo dat, als er documenten zijn neergelegd in het postvakje of op de bureautafel, ik deze meteen wil bekijken. Ik wil nagaan wat het is, inschatten of het dringend is of dat het kan wachten. Wat prioriteit is komt in een mapje terecht waar het als eerste kan worden opgepakt; wat kan wachten komt op een ‘te doen’ lijst. Daar kan het blijven tot het een keer aan de orde is. Zo blijft de bureautafel leeg en de computermappen mooi geordend.
Als dat gebeurd is, kan ik op het gemak bekijken wat er verder aan de orde is. Ik heb alle tijd om me te richten op de lila energie en om te ontdekken wat er die dag blijkt over mezelf. In de lilaca zijn er immers geen dringende zaken, alles kan op zijn eigen tijd gebeuren, wat niet uitsluit dat het ook snel kan gaan. Deze middag gebeurt er het volgende.
Ik doe de map met prioritaire zaken open en begin aan het eerste wat er ligt. Dat zijn enkele administratieve handelingen. Ik zoek de plaatsen op waar dat genoteerd kan worden. Eerst de lijst, dat is zo geregeld, dan de ordner erbij halen. Ik ga gezwind de archiefladder op om de ordner van een hoge plank af te halen en in een mum van tijd is alles geordend en op zijn plek gelegd. Dat gaat vlot, zou je kunnen denken, en dat is ook zo. Ik neem meteen het volgende item. Dat is tekstbestanden omzetten in PDF. Ik krijg meteen de schwung te pakken en het gaat als een trein.
Toch is er tegelijkertijd een zekere onrust in mezelf te bespeuren. Misschien zou ik het nog het best kunnen typeren als een gevoel van gedrevenheid om dingen voor elkaar te krijgen. Het is een patroon waarin ik doorga en door en door en door. Het patroon van bezig zijn en werken neemt het over, of… is dat patroon er al die tijd misschien al in mezelf aanwezig en merk ik er nu iets van? In ieder geval voel ik nu de spanning in mijn lichaam, maar ophouden is er niet bij, ik ga gewoon door. Tot ik me ineens afvraag: ‘Wat ben ik nu aan het doen?’
Ik ben bezig om dingen rond te krijgen en daarin zit onvermijdelijk een zekere haast. Ik plan namelijk van: voor het avondeten wil ik nog tot daar en daar gekomen zijn. Of: vanavond wil ik toch dat en dat gedaan hebben. Ik zou het in eerste instantie geen haast noemen, maar die is er wel degelijk. Het is nergens voor nodig, want de lila energie is nooit gehaast, maar bij mij is die haast er dus wel. Het is een beweging die vanuit mijn buik komt, ondersteund door een gedachte dat het zo hoort.
Ik kan een keuze maken. Laat ik me leiden door een patroon dat wordt ondersteund door vitale begeerten en goed gepraat door het denken? Of richt ik me op de lila energie om dit patroon, dat ik eigenlijk maar al te goed ken in behandeling te laten nemen, zodat het veranderd kan worden?
Marie